getij
het tij breekt
Elke zes uur, elke dag, iedere week, maand, jaar, decennia, eeuw en eeuwigheid.
draaikolk
In een tamme zee ontstaat een eerste werveling. Wat volgt zijn ronddraaiende spiralen die seconden later een neerwaartse trechter vormen naar de afgrond.
stroming
Aarzelend dwaal ik tussen de zwarte rotsen door, met kloppend hart van het grote onbekende. Op de rand van zee en land is de onderstroom enorm.
maalstroom I
Dan hoor ik een geluid. De zee begint te klotsen en te razen, en de kleur van blauw veranderd in grijszwart. Thuis leven we in een maalstroom maar hier op 69 graden Noorderbreedte tussen de eilanden Moskenes en Værøy ervaar ik ongekende natuurkrachten van een maalstroom: ronddraaiende zeestromen die twee keer per dag gigantische draaikolken ontwikkelen en alles meesleuren, de afgrond in.
Doodtij
Doodtij… ’t is er maar even, dit kantelpunt. Net als ’t laatste licht nu. Stilte duwt ons de juiste richting op.